3 oktober 2020  
Oprichting Comité Militaire Jachten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deze week is onder auspiciën van de Militaire Ruitersportvereniging 'Te Paard!' (MRV) het Comité Militaire Jachten opgericht. Dit comité vervult namens de landelijke MRV de coördinerende functie bij de deelname aan slipjachten.

 

Het doel luidt:

  1. de belangstelling onder leden van de MRV voor slipjachten te bevorderen
  2. de deelname door leden van de MRV aan slipjachten mogelijk te maken, de veiligheid van het rijden van slipjachten daarbij te bevorderen en ernaar te streven dat zij de krijgsmacht tijdens slipjachten vaardig en waardig vertegenwoordigen
  3. periodiek zelf slipjachten te organiseren
  4. een liaisonfunctie tussen slipjachtverenigingen en Defensie te vervullen.

 

Bij een slipjacht wordt niet op dieren gejaagd, maar op het slip: een lap met een geur die door het terrein wordt gesleept. Zo wordt een spoor getrokken dat door honden wordt uitgewerkt, gevolgd door ruiters. De lengte van één spoor (run) ligt tussen drie en zes kilometer. Meestal worden drie of vier runs verreden met telkens een tussenstop om de honden en paarden op adem te laten komen. Na de laatste run volgt de kill. Daarbij mogen de honden zich tegoed doen aan hun prooi: veelal een koeienpens.

 

Slipjachten vinden plaats in open terrein, zoals bos, heide en weilanden, en deels ook over de openbare weg. Daarbij komen natuurlijke hindernissen voor, zoals takken, boomstammen, bosschages, greppels en (brede) sloten. De meeste slipjachten worden tussen oktober en april georganiseerd in Drenthe, Gelderland, Limburg, Noord-Brabant, Overijssel en Utrecht.

Het tempo bij een slipjacht kan van laag tot zeer hoog variëren, afhankelijk van het terrein en de (soort) honden waarmee wordt gejaagd. Daarbij wordt er in een krachtig voorwaarts veld gereden, waarbij specifieke regels gelden. Dit betekent dat de ruiter te allen tijde in staat moet zijn om het paard individueel in de hand te houden. Ook kunnen er zware hindernissen voorkomen - afhankelijk van de omgeving, de route en de weersomstandigheden. Met name sloten zijn hindernissen die elders in de hippische sport niet voorkomen; normaal vormen die een terreinafscheiding waarvan paarden van nature juist niet overheen springen.

 

Hierdoor stellen slipjachten hoge vereisten aan:

 

  1. de vaardigheid, het uithoudingsvermogen en de moed van ruiter en paard
  2. de samenwerking en het vertrouwen tussen ruiter en paard
  3. de kennis van de regels en de samenwerking tussen de ruiters onderling.

 

Militairen zien slipjachten al meer dan een eeuw als geschikte oefening voor gevorderden in terreinrijden. De militaire ruitersport en de slipjacht delen dan ook gezamenlijke roots (klik hier). De slipjacht kent vele tradities met een rijk verleden en behoort tot het Nederlands cultureel erfgoed. Zo komt het vaak voor dat de lokale bevolking uitloopt om de honden, ruiters en paarden te begroeten en te filmen. Ook dan is het van groot belang dat militaire ruiters de krijgsmacht vaardig en waardig kunnen vertegenwoordigen. Dat geldt temeer wanneer er op militaire oefenterreinen wordt gejaagd.

 

Vanwege deze unieke kenmerken van de slipjacht stelt het comité hoge eisen aan de rijvaardigheid. Zo wordt van deelnemers onder andere verwacht dat zij minimaal het Militair Ruiterbewijs in Zilver hebben behaald en/of anderszins kunnen aantonen dat zij meer dan voldoende ervaring met slipjachten hebben opgedaan. Verder wordt de historische functie van militaire jagermeester gereactiveerd. Deze stelt het militaire veld samen en bekleedt tijdens de jacht binnen het militaire (deel)veld een vergelijkbare functie als de fieldmaster bij civiele jachtverenigingen.

 

Het comité streeft samenwerking met meerdere civiele jachtverenigingen na. Inmiddels zijn er contacten met verschillende jachtverenigingen gelegd en staat de eerste pilot op de agenda: een oefenjacht met de Koninklijke Nederlandsche Jachtvereeniging op het militair oefenterrein bij de Johannes Postkazerne in Havelte. Het doel is om op termijn met meerdere civiele jachtverenigingen elk een of twee slipjachten per jaar te organiseren.

Het Comité Militaire Jachten bestaat uit: 

 

 

Generaal-majoor der Fuseliers b.d. en Adjudant-generaal i.b.d. van Z.M. de Koning drs. Hans van der Louw, voorzitter MRV: 'Met de oprichting van het Comité Militaire Jachten zet de MRV een grote stap voorwaarts ten aanzien van de deelname aan en organisatie van slipjachten. Al jaren nemen militairen hier individueel of in kleine groepen aan deel. Ook organiseerden enkele afdelingen, in het bijzonder Den Haag, slipjachten. Het belang van veilig en waardig kunnen meerijden werd daarbij onderkend, maar een adequate beoordeling vooraf van de ruitervaardigheden bleek toch lastig. Ik heb er alle vertrouwen in, gezien de ervaring en expertise binnen het comité, dat dit de beheerste deelname door onze leden ten goede zal komen. 

 

In dat kader is het goed om een citaat uit het KNJV-handboek ‘Wat ieder van het jachtrijden achter de honden weten moet’ uit de jaren 20 te memoreren, waarin de taak van jagermeester wordt geduid: ‘Geen jacht kan goed slagen, wanneer wanorde heerscht, de leiding bemoeilijkt wordt en men zich niet houdt aan de jachtwetten. Daarom vertrouwt de Vereeniging aan een deskundig persoon de leiding toe. Deze is verantwoordelijk voor de jachten en voor de honden aan de Vereeniging en kan deze verantwoordelijkheid slechts dragen, wanneer zijn wil in het jachtveld wet is’. Wijze woorden die het belang van het CMJ en de jagermeester onderstrepen!’.  

 

Nadere informatie over individuele jachten volgt bij gelegenheid en wordt gepubliceerd op de website van het comité (klik hier). Ruiters dienen steeds zelf zorg te dragen voor een geschikt jachtpaard. Geïnteresseerden kunnen zich aanmelden via cmj@militaireruitersport.nl.

 



Het Comité Militaire Jachten reactiveert de historische functie van jagermeester, die vanaf 1888 werd bekleed door de luitenants De Bas, Blussé van Oud Alblas, baron Van Dedem, Korthals van Schooten, Van Lelyveld, Marion, Maris, Meyners, Mos, Prins en jhr Van Reigersberg Versluys, de kapiteins Erzey en Hinlopen, de ritmeesters Moris, Piepers, jhr Van Tets, Van Tienhoven en Van Wijk en overste Pabst