29 april 2019  
MRV en KMSV-Fonds feliciteren KNJV: 100 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vandaag is het exact 100 jaar geleden dat, op 29 april 1919, de Koninklijke Nederlandsche Jachtvereeniging (KNJV) in Amersfoort werd opgericht tijdens een vergadering van twintig militairen en burgers, waaronder achttien leden van de Koninklijke Militaire Sportvereeniging (KMSV).

 

De KMSV is de voorganger van de Militaire Ruitersportvereniging 'Te Paard!' (MRV), het KMSV-Fonds en de KNHS. Volgens de annalen van de KNJV (klik hier) en de KMSV (hier) vond de oprichting als volgt plaats.

 

Militairen rijden sinds de 19e eeuw slipjachten om hun rijvaardigheid te vergroten. Tegen het einde van WO I zocht de Belgische Rallye-Tulpin bij Luik een onderkomen voor haar foxhounds, omdat het onmogelijk werd voor hun voeding te zorgen. Deze werden begin 1919 op initiatief van een comité bestaande uit Jeanne barones Bentinck tot Buckhorst-Speelman, jhr.mr.dr. Jan de Beaufort, de heer Henri van der Aa en Eerste luitenant der Huzaren Willem Westeroüen van Meeteren ondergebracht bij de Rijschool in Amersfoort. 

 

De directeur, Kolonel der Huzaren Marinus Grondhout, zag een kans om officieren verder te scholen in het rijden in onverkend terrein. Aldus werd op 29 april 1919 in Sociëteit Concordia de Nederlandsche Jachtvereeniging opgericht. Bij de oprichting waren twintig personen aanwezig, waaronder drie ritmeesters en vijftien luitenants, allen der Cavalerie. Het eerste bestuur bestond uit Ritmeester Willem van Hoytema en de Eerste luitenants der Huzaren James Knel, Willem Mathon en Willem Westeroüen van Meeteren. De meute, bestaande uit de zeven foxhounds Dagobert, Darboulin, Diable, Galante, Gélinotte, Girandolle en Positive, werd ondergebracht in een barak op Kamp de Vlasakkers.

 

De eerste jacht werd gehouden op 27 november 1919 op de Leusderheide, met een veld van 150 ruiters, voorafgegaan door de bereden kapel van de Cavalerie en gevolgd door een feestmaaltijd in het Museum van de Rijschool in Amersfoort (klik hier). In 1924 verleende H.M. Koningin Wilhelmina de vereniging het predicaat Koninklijk.  Bij het tienjarig bestaan in 1929 schreef de directeur van de Rijschool, Majoor der Artillerie Jan van Reede (klik hier):

 

'Een voornaam deel van het onderricht aan de Rijschool wordt gewijd aan het vormen van vlotte, energieke ruiters en paarden, die moedig en vastberaden zonder overbodige inspanning door allerlei terreinen en over de daarin voorkomende hindernissen kunnen gaan. [..] De beste oefenschool welke hierbij ten dienste staat is ongetwijfeld het jachtrijden achter de honden; het is dan ook een niet genoeg te waarderen voorrecht dat de meute der KNJV in de nabijheid der Rijschool gehuisvest is'. 

 

Aanvankelijk waren voornamelijk militairen (bestuurs)lid van de KNJV, net als de masters, waarvan Ritmeester der Huzaren jhr. Johan Willem Godin de Beaufort de eerste was (klik hier). Na WOII ging de Cavalerie van paarden over op tanks en werd de KNJV een civiele jachtvereniging, waarbij Z.K.H. Prins Bernhard als eerste naoorlogse master optrad. De meute bestaat nog altijd uit foxhounds. Het jachtgebied is boven de grote rivieren; het seizoen van oktober tot april. De KNJV is aangesloten bij de KNHS.

 

Nog altijd rijden militairen slipjachten achter het getrokken spoor van vossengeur om zich te bekwamen in terreinrijden, vaak als oefening voor eventing, als lid of als gast van de KNJV, de Veluwe Hunt, de Jachtvereniging Soestdijk, de Midland Hunt, de Triple B Hunt of andere jachtverenigingen.

 

De MRV en het KMSV-Fonds feliciteren de KNJV met het 100-jarig bestaan.

 



De besturen van de Militaire Ruitersportvereniging 'Te Paard' en het KMSV-Fonds feliciteren de KNJV met het 100-jarig bestaan