12 augustus 2016  
Een kijkje bij de Dienst Koninklijk Huis

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Prinsjesdag is weer in aantocht - een goed moment voor een kijkje bij de Dienst Koninklijk Huis (DKH), die het ceremoniële deel van de derde dinsdag in september verzorgt, tezamen met o.a. militairen van alle krijgsmachtdelen.

 

De DKH is opgericht in 1815 en verantwoordelijk voor de ondersteuning van de Koning en de leden van het Koninklijk Huis bij hun dagelijkse werkzaamheden. De DKH bestaat uit een Civiel en een Militair Huis. De term 'Huis' komt uit Artikel 41 van de Grondwet: 'De Koning richt, met inachtneming van het openbaar belang, zijn Huis in'. Vandaag belichten we het Civiele, volgende week het Militaire Huis.

 

Het Civiele Huis is het niet-militaire deel van de hofhouding. Het wordt geleid door de Grootmeester en bestaat uit meerdere diensten en bureaus. Eén daarvan is het Koninklijk Staldepartement (KSD), dat zorgt voor het vervoer van de leden van het Koninklijk Huis. In 1878 nam het KSD de huidige Koninklijke Stallen aan de Hogewal in Den Haag in gebruik. De Stalmeester leidt het KSD. Hij is tijdens de Grote Ceremoniën van Staat verantwoordelijk voor de Koninklijke Stoet. 

 

Het KSD bestaat uit een koetsstal, een rijstal en een galatuigenkamer. In de rijstal staan doorgaans acht rijpaarden, die worden bereden door leden van het Koninklijk Huis en de Adjudanten van Z.M. de Koning. De meeste rijpaarden behoren tot het Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek Nederland. De chef van de rijstal is de Rijknecht-majoor, die op Prinsjesdag voorop in de stoet rijdt.

 

In de koetsstal staan ca. 24 koetspaarden, volgens traditie allemaal zwart: Friese paarden (van het Fries Paardenstamboek) en Gelderse en Groninger paarden (van resp. het Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek Nederland en het Groninger Paardenstamboek). Deze wisselen elkaar om het jaar af voor de rit met de Gouden Koets op Prinsjesdag.

 

Verder omvat de Koets- en Rijstal ca. 70 rijtuigen, waaronder de Gouden Koets, de Glazen Koets, de Crème Calèche en de Gala Glas Berline. De meeste rijtuigen staan in Nationaal Museum Paleis Het Loo. Het onderhoud gebeurt grotendeels in eigen beheer. Hiervoor beschikt het KSD over speciaal opgeleide vakmensen, zoals een zadelmaker, een rijtuigenschilder en een beheerder van de galatuigen.

 

Tot slot de galatuigenkamer. De tuigen die hier hangen worden gebruikt bij de Grote Ceremoniën van Staat, waaronder Prinsjesdag. De collectie bestaat uit: een achtspan groot galatuig; tweemaal een zesspan en eenmaal een vierspan galatuig; tweemaal een zesspan half galatuig; en een achtspan galatuig. Voor het dagelijkse werk worden de paarden getuigd met diensttuigen. 

 

Enkele medewerkers van de DKH hebben ook het Militair Ruiterbewijs (MRb), het Militair Ruiterbewijs in Zilver (MRbZ) of het Militair Ruiterbewijs in Goud (MRbG) behaald. Tot dusverre waren dat:

 

  • Kolonel der Koninklijke Marechaussee b.d. Bert Wassenaar, Stalmeester en Adjudant i.b.d. van Z.M. de Koning
  • Kolonel der Koninklijke Marechaussee b.d. Hans van den Hout, Stalmeester en Oud-Adjudant i.b.d. van H.M. Koningin Beatrix
  • Korporaal der Infanterie b.d. Willem van Halm, Rijknecht-majoor van Z.M. de Koning
  • Huzaar 1 b.d. Rick Overgaauw, Eerste Rijknecht van Z.M. de Koning.

 

Ruiters die het MRb, MRbZ of MRbG behalen, worden volgens traditie in januari door de Chef Militair Huis en de Stalmeester van Z.M. de Koning uitgenodigd voor een rondleiding op het KSD en een ontvangst op Paleis Noordeinde (klik hier).

 

Kijk voor meer informatie over de DKH op www.koninklijkhuis.nl. Volgende week meer informatie over het Militair Huis van Z.M. de Koning en de Adjudanten.

 



De Eerste Rijknecht van Z.M. de Koning Rick Overgaauw, voorheen Huzaar, behaalde het Militair Ruiterbewijs in Zilver en is een van de instructeurs op de Koninklijke Stallen in Den Haag (foto: Dennis Boom)